Rapportages

Verspreiding van invasieve rivierkreeften in Nederland

Voor dit rapport is onderzoek gedaan naar het verspreidingsgebied van de invasieve rivierkreeften en een voorspelling gemaakt van de gebieden die de kreeften nog kunnen koloniseren.

Uit het onderzoek volgen een aantal duidelijke kaarten van de uitbreidende verspreidingsgebieden van de verschillende onderzochte rivierkreeftsoorten. Lees hiervoor vooral het rapport!

Duidelijk wordt dat van een aantal soorten de verspreiding dermate groot is, dat het onwaarschijnlijk is dat deze nog succesvol kunnen worden tegengehouden. Op basis van de waarnemingen zou een soort binnen tien tot vijftien jaar na vestiging nog bestreden kunnen worden, voordat de exponentiële uitbreidingsfase op gang komt. Daarmee is het voor de gevlekte, rode, gestreepte en geknobbelde Amerikaanse rivierkreeften te laat, maar zou de Californische rivierkreeft nog wel te bestrijden zijn.

Dat dit wellicht nodig is, valt terug te zien in het tweede deel van de rapportage, waarin een voorspelling wordt gemaakt van potentieel verspreidingsgebied van deze rivierkreeften. Door dit te onderzoeken onderscheid dit rapport zich van vorige onderzoeken, waar voornamelijk naar lokale factoren in het water wordt gekeken om de aanwezigheid van rivierkreeften te verklaren. Verschillende wateren onderscheiden zich echter vaak zo weinig van elkaar dat dit geen goede voorspelling geeft. Anders is dit wanneer men uitzoemd naar het grotere plaatje en op landschapniveau het verspreidingsgebied van de rivierkreeften bestudeerd. De factoren als hoogteligging, connectiviteit, bodemtype, en salaniteit lijken een grotere impact te hebben.

De kaarten die hieruit volgen laten zien dat we in Nederland op nog veel meer plekken de exotische rivierkreeften mogen verwachten!

Figuur 1. Voorspelling van het potentiële voorkomen van alle exotische rivierkreeften in Nederland. Hoe feller de kleur, hoe waarschijnlijker de kans dat daar rivierkreeften zullen komen. De witte punten stellen de daadwerkelijke waarnemingen voor (Roessink, et al.,2024).