Partners aan het woord
Margreet van Vilsteren, Good Fish Foundation:
“De VISwijzer informeert consumenten al meer dan 10 jaar welke vis, schaal en schelpdieren je met een gerust hart kan eten. De Amerikaanse rivierkreeft is een exoot en deze wil je niet in de Nederlandse wateren hebben. ‘Opeten’ is dan een eerste reactie omdat dit kan leiden tot een win-win situatie voor iedereen.
In het project Rivierkreeft ‘uit de rivier’ brengen we partijen bij elkaar, en zoeken we naar antwoord op kennisvragen zoals de effecten van de verschillende bestrijdingsmethodes. We onderzoeken de potentiële rol van de beroepsvisserij: wat zou een economisch model zijn (bestrijding tegen betaling of duurzame bevissing?). Bovenal is het doel om middels kennisuitwisseling het wantrouwen tussen partijen op te lossen, bijvoorbeeld over de mogelijke bijvangst van aal door kreeftenvissers.”
Arjan Heinen, netVISwerk:
“Inmiddels werk ik 18 jaar in de binnenvisserij in Nederland. De laatste 10 jaar wordt er al over rivierkreeftvisserij gesproken als een mogelijke alternatieve of aanvullende inkomensbron voor de kleinschalige beroepsvissers op de binnenwateren.
Winnie Rip, Waternet:
“Een grote hoeveelheid Amerikaanse rivierkreeften is meestal het gevolg van een slechte waterkwaliteit en niet andersom. In voedselrijk water groeien algen hard en is het water troebel. Op de bodem is het te donker voor waterplanten. Deze leefomgeving is zeer geschikt voor een inheemse soort als Brasem, maar ook voor een exoot als de Amerikaanse rivierkreeft.
André Blokland, beroepsvisser:
“Invasieve Rivierkreeften. Onze onderneming (Handelsonderneming A. Blokland BV) met haar medewerkers en zakenpartners gruwt van de insinuerende woordkeus ‘invasief’. Prachtige ingeburgerde visserijdieren met een hoge economische en culinaire waarde voor beroepsbinnenvisserij, handel en consument zijn het voor onze relaties. Koesteren zulk prachtig genot is hoe wij hierover denken!
Hans Middendorp, Algemene Waterschapspartij:
Mijn naam is Hans Middendorp. Als waterdeskundige houd ik mij bezig met waterbeheer en waternatuur. Een gezonde waternatuur in het dichtbevolkte West-Nederland is nog niet zo vanzelfsprekend. Ganzen vreten de natuurvriendelijke oevers kaal en rivierkreeftjes eten onderwater alle zachte planten op. Het blijft tuinieren!
De rivierkreeft is ecologisch zeer succesvol in onze Hollandse sloot. Het gaat het nog wel even duren voor deze ‘rode duivel’ in evenwicht komt met z’n omgeving. Tot die tijd moet de overlast door kreeftjes lokaal worden bestreden door de grote kreeftjes weg te vangen. Dat wegvangen is natuurlijk een tijdelijke, steeds terugkerende maatregel. Maar: omdat er veel vraag is naar rivierkreeftjes, is dat voor de beroepsvissers wel een kans om een mooi streekproduct te oogsten. En sportvissers willen ook meehelpen om rivierkreeftjes te vangen, als tenminste de regelgeving wordt verruimd om 1-2 kreeftenkorven te mogen plaatsen.
Tenslotte heeft de overheid een visie nodig op het exotenbeleid van overlastgevende planten en dieren, omdat de EU de lidstaten verplicht om te voorkomen dat de exoten in aantallen toenemen. De belangen van overheid, beroepsvissers en sportvissers zijn gedeeltelijk verschillend. Samenwerking en afstemming moet de overlast en natuurschade door rivirkreeftjes binnen de perken houden.
Wilfred Heinold, voorzitter stichting platform Stop Invasieve Exoten:
“De vangst door beroepsvissers (grote exemplaren en vooral mannetjes) is onvoldoende om de populatie exotische rivierkreeften in te dammen. Dat blijkt uit zeer recent onderzoek van onder meer het Nederlands Expertise Centrum Exoten. Daarom zouden volgens de onderzoekers ook de waterschappen rivierkreeften moeten gaan wegvangen, in alle maten en zowel mannetjes als vrouwtjes.
Willie van Emmerik, Sportvisserij Nederland:
“Verwijderen van rivierkreeften in een water heeft alleen zin als het grootschalig gebeurt. Met vangtuigen zoals fuiken worden vaak alleen de volwassen dieren gevangen, de kleine kreeftjes kunnen door de mazen heen. Er is een aanzienlijk risico dat de massale hoeveelheid overblijvende kleinere dieren extra hard gaan groeien, doordat de competitie met en het kannibalisme door volwassen soortgenoten afneemt. Het kreeftenprobleem kan hierdoor zelfs verergeren.
Je zou de bestrijding van rivierkreeften aan de beroepsvisserij kunnen uitbesteden. Je moet er dan wel bij bedenken dat een beroepsvisser er zelf geen belang bij heeft om alles weg te vangen. Dan is hij zijn inkomsten voor de toekomst kwijt. Een ander risico is dat met de vangtuigen die zijn bedoeld voor kreeftenbevissing vis wordt bijgevangen (“bijvangst”). Deze vis gaat over het algemeen dood en/of wordt meegenomen, terwijl dit niet het doel van de bevissing is.
Bij veel exoten zakt het bestand na verloop van tijd vanzelf in omdat 1) hun ziektes/parasieten die in eerste instantie afwezig waren in het nieuw verworven gebied, dan ook opduiken of 2) ze worden ontdekt als prooi door andere dieren zoals vogels, vissen en otters. Dit laatste lijkt nu gaande te zijn, dus hopelijk stelt zich een nieuw evenwicht in (met minder rivierkreeften). Je zult ze echter nooit meer helemaal wegkrijgen. Het is beter te focussen op de preventie van nieuwe exoten die zich nog niet grootschalig gevestigd hebben.”
Wieger Kunst & Gerben Hillebrand, oprichters Crawfish Farm Holland:
“Samen zijn wij eind 2020 met CrawFish Farm Holland begonnen. Hoewel wij niet direct uit de beroepsvisserij komen, zagen wij enerzijds dat er problemen zijn met de biodiversiteit door de rivierkreeftjes plaag, anderzijds zagen wij dat de visserij vrij versnipperd en kleinschalig/ lokaal werkt. Wij geloven dat het nodig is om dit probleem, zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde, grootschalig aan te pakken. Een oplossing om continuïteit in vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen.
Click here to add your own text
Platform Rivierkreeft
Partners
Projectleiding:
Wageningen Environmental Research
Initiatiefnemer, projectpartner:
Good Fish Foundation
Mogelijk gemaakt door