Amerikaanse Rivierkreeften

Meestal worden alle exotische rivierkreeften in Nederland aangeduid met ‘Amerikaanse rivierkreeft’. Het zijn echter verschillende soorten. Ze worden Amerikaanse rivierkreeft genoemd omdat ze vanuit de Verenigde Staten in Nederland geïntroduceerd zijn.

De gevlekte Amerikaanse rivierkreeft is de meest verspreidde rivierkreeften soort in Nederland. Deze soort verplaatst zich vooral via het water en nauwelijks over land. De rode Amerikaanse rivierkreeft is daarentegen vaak op straat te vinden. Deze soort kruipt namelijk uit het water om nieuw leefgebied te zoeken en mensen komen hem dan regelmatig tegen.

Introductie in Nederland

Hoogstwaarschijnlijk zijn de rode Amerikaanse rivierkreeft (Probambarus clarkii), de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft (Oronectes virilis), de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft (Oronectes limosus) en de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus acutus) voor de aquariumhandel naar Nederland gebracht. Vervolgens zijn ze ontsnapt of uitgezet in de natuur. Voor de Marmerkreeft (Procambarus fallax) geld hetzelfde verhaal, maar is deze ontsnapt in Duitsland en heeft vervolgens Nederland weten te bereiken. Ook de Californische rivierkreeft (Pacifastacus leniusculus) is in andere Europese landen uitgezet, echter opzettelijk en al in 1959, als alternatief voor de visserij die de Europese rivierkreeft populatie sterk achteruit zag gaan.

Over het algemeen hebben rivierkreeften veel nakomelingen per voortplanting. Een vrouwtje kan meer dan 600 eitjes dragen. Wanneer de omstandigheden gunstig zijn, gaat de voortplanting het hele jaar door. Hierdoor kan de populatie snel toenemen en verspreiden. De geknobbelde rivierkreeft heeft aanzienlijk minder eitjes per reproductie, tussen de 20-320 eitjes.

Voortplanting: vrouwtjes

De reproductie van de rode en gevlekte Amerikaanse rivierkreeft gebeurt stapsgewijs.  Na de paring bewaren de vrouwtjes het spermatofoor van het mannetje in een speciale holte. De eitjes zijn nu nog niet bevrucht. Het vrouwtje wacht met de bevruchting totdat de omstandigheden optimaal zijn. Zo zorgt ze voor de hoogste overleving van haar nakomelingen. Na het bevruchten draagt ze de eitjes mee onder haar staart en verschuilt zich totdat de eitjes uitkomen. De nakomelingen blijven nog enkele verschalingen onder de staart totdat ze zelfstandig worden.
Van de marmerkreeft is het bekend dat de vrouwtjes geen mannetje nodig hebben en zichzelf ongeslachtelijk voort kunnen planten.

Voortplanting: mannetjes

Mannetjes hebben verschillende periodes van seksuele activiteit. Ze hebben een cyclus van actieve en inactieve seksuele periodes. In de overgang tussen deze periodes verschalen de mannetjes. Door deze cycli kan er een onderscheidt gemaakt worden tussen mannelijke rivierkreeften; seksueel actieve mannetjes worden aangeduid met Type I en seksueel inactieve mannetjes als Type II. Het is niet duidelijk of vrouwtjes ook een dergelijke cycli ondergaan.

Predatoren

Invasieve rivierkreeften hebben van oorsprong geen natuurlijke vijanden in het Nederlandse ecosysteem. Inmiddels verblijven de soorten al een ruimere tijd in Nederland en zijn er waarnemingen van predatie op de invasieve soorten. Predatoren zijn paling, snoek, baars, reigers, de bruine rat, de muskusrat en de otter. Hoeveel rivierkreeften ten prooi vallen voor deze predatoren is nog niet bekend.