Jan de Waard, één van de rivierkreeftvissers die meedoet aan het onderzoek van de WENR voor Kennisplatform rivierkreeft II, wordt uitgelicht in het AD. In het artikel, wat via deze link te lezen valt, wordt verteld over de vispraktijken van Ramona en Jan de Waard.

Op het begin was het moeilijk afnemers te vinden voor levende kreeft. Om koks het makkelijk te maken hebben ze drie jaar lang honderden kilo’s kreeft gekookt en gepeld, maar daar ging veel tijd in zitten, dus inmiddels beperken ze zich weer tot het leveren van verse en levende rivierkreeften. Hoewel de markt gegroeid is, blijven het vooral de Aziatische restaurants die hun rivierkreeft kopen.

Ondertussen wordt de rivierkreeft een steeds zichtbaarder probleem voor de waterschappen. Onderzoekers van Wageningen Environmental Research (WENR) zeggen dat op basis van onderzoek dat nog altijd loopt, het bevissen van de kreeften de beste oplossing lijkt om de problemen te beteugelen.

Jan de Waard trekt met deze onderzoekers op, hij registreert waar en hoeveel rivierkreeft hij vangt en welke bijvangst er gevangen wordt. Zelf gelooft De Waard dat de rivierkreeft beheersbaar is te maken, maar helemaal verwijderen lijkt moeilijk. Nu geeft hij zelf ook toe dat het volledig wegvangen voor een beroepsvisser niet logisch is, echter mocht een waterschap, gemeente of provincie hem in dienst nemen, dan heeft hij bestaanszekerheid en wil hij wel doorgaan tot een plek rivierkreeft vrij is. Zo gaat het tenslotte ook met de muskusrattenvangers.